maandag 22 maart 2010

All Colornames:

AliceBlue
AntiqueWhite
Aqua
Aquamarine
Azure
Beige
Bisque
Black
BlanchedAlmond
Blue
BlueViolet
Brown
BurlyWood
CadetBlue
Chartreuse
Chocolate
Coral
CornflowerBlue
Cornsilk
Crimson
Cyan
DarkBlue
DarkCyan
DarkGoldenRod
DarkGray
DarkGreen
DarkKhaki
DarkMagenta
DarkOliveGreen
Darkorange
DarkOrchid
DarkRed
DarkSalmon
DarkSeaGreen
DarkSlateBlue
DarkSlateGray
DarkTurquoise
DarkViolet
DeepPink
DeepSkyBlue
DimGray
DodgerBlue
FireBrick
FloralWhite
ForestGreen
Fuchsia
Gainsboro
GhostWhite
Gold
GoldenRod
Gray
Green
GreenYellow
HoneyDew
HotPink
IndianRed
Indigo
Ivory
Khaki
Lavender
LavenderBlush
LawnGreen
LemonChiffon
LightBlue
LightCoral
LightCyan
LightGoldenRodYellow
LightGrey
LightGreen
LightPink
LightSalmon
LightSeaGreen
LightSkyBlue
LightSlateGray
LightSteelBlue
LightYellow
Lime
LimeGreen
Linen
Magenta
Maroon
MediumAquaMarine
MediumBlue
MediumOrchid
MediumPurple
MediumSeaGreen
MediumSlateBlue
MediumSpringGreen
MediumTurquoise
MediumVioletRed
MidnightBlue
MintCream
MistyRose
Moccasin
NavajoWhite
Navy
OldLace
Olive
OliveDrab
Orange
OrangeRed
Orchid
PaleGoldenRod
PaleGreen
PaleTurquoise
PaleVioletRed
PapayaWhip
PeachPuff
Peru
Pink
Plum
PowderBlue
Purple
Red
RosyBrown
RoyalBlue
SaddleBrown
Salmon
SandyBrown
SeaGreen
SeaShell
Sienna
Silver
SkyBlue
SlateBlue
SlateGray
Snow
SpringGreen
SteelBlue
Tan
Teal
Thistle
Tomato
Turquoise
Violet
Wheat
White
WhiteSmoke
Yellow
YellowGreen

zondag 21 maart 2010

Monolexemic color words

"Monolexemic color words are composed of individual lexemes, such as "red", "brown", or "olive". Compound color words make use of adjectives (e.g. "light brown", "sea green") or multiple basic color words (e.g. "yellow-green").

There are many different dimensions by which color varies. For example, hue (red vs. orange vs. blue), saturation ("deep" vs. "pale"), and brightness or intensity make up the HSI color space. The adjective "fluorescent" in English refers to moderately high brightness with strong color saturation. Pastel refers to colors with high brightness and low saturation..."

http://en.wikipedia.org/wiki/Color_term

donderdag 18 maart 2010

Color Terms

The English language makes a distinction between blue and green, but some languages do not. Of these, quite a number, mostly in Africa, do not distinguish blue from black either, whilst there are a handful of languages that do not distinguish blue from black but have a separate term for green.[1] Also, some languages treat light (often greenish) blue and dark blue as separate colors, rather than different variations of blue, while English does not.

According to Brent Berlin and Paul Kay's 1969 study Basic Color Terms: Their Universality and Evolution, distinct terms for brown, purple, pink, orange and grey will not emerge in a language until the language has made a distinction between green and blue. In their account of the development of color terms the first terms to emerge are those for white/black (or light/dark), red and green/yellow.[2]

Many languages do not have separate terms for blue and green, instead using a cover term for both (when the issue is discussed in linguistics, this cover term is sometimes called grue in English).

For example, in Vietnamese both tree leaves and the sky are xanh (to distinguish, one may use xanh lá cây "leaf grue" for green and xanh dương "ocean grue" for blue). In the Thai language, เขียว (khiaw) means green except when referring to the sky or the sea, when it means blue; เขียวชอุ่ม (khiaw cha-um), เขียวขจี (khiaw khachi), and เขียวแปร๊ด (khiaw praed) have all meant either intense blue or garish green, although the latter is becoming more usual as the language 'learns' to distinguish blue and green. Chinese has a word (qīng) that can refer to both, though it also has separate words for blue ( / , lán) and green (绿 / , lǜ). The Korean word 푸르다 (pureuda) can mean either green or blue. In Japanese, the word for blue ( ao) is often used for colors that English speakers would refer to as green, such as the color of a traffic signal meaning "go", or the color of unripe fruit such as bananas. Some Nguni languages of southern Africa, including Tswana utilize the same word for blue and green. In traditional Welsh (and related Celtic languages), glas could refer to blue but also to certain shades of green and grey; however, modern Welsh is tending toward the 11-color Western scheme, restricting glas to blue and using gwyrdd for green and llwyd for grey. Similarly, in Irish, glas can mean various shades of green and grey (like the sea), while liath is grey proper (like a horse), and the term for blue proper is gorm (like the sky or Cairngorm mountains), although gorm can also in some contexts mean black - sub-saharan black people would be referred to as daoine gorma, or blue people. In Old Norse the word blå was also used to describe black (and the common word for people of African descent was thus blåmenn 'blue/black men'). In Swedish, blå, the modern word for blue, was used this way until the early 20th century.

woensdag 17 maart 2010

Taal kleurt wereldbeeld:

Al decennia lang breken psychologen en taalkundigen zich het hoofd over de vraag of taal al dan niet onze voorstelling van de wereld beïnvloedt. Een bekend voorbeeld is de manier waarop volkeren kleuren van elkaar onderscheiden. Zo is er een verschil tussen sprekers van het Engels en sprekers van het Tarahumara, een taal uit Mexico, in hun beoordeling van de kleuren ‘groen’ en ‘blauw’. Terwijl de Engelsen een duidelijk onderscheid maken tussen de twee kleuren, doen de sprekers van het Tarahumara dit niet. Zij kennen ook maar één woord voor beide kleuren.

Taal Kleur Wereldbeeld

dinsdag 16 maart 2010

"Whorf hypothesis is supported in the right visual field but not the left"

The original article from PNAS:
www.pnas.org

maandag 15 maart 2010

Whorf Hypothesis Test: Blue vs. Green

Test uit het onderzoek om de Whorf theorie te bevestigen. Er werd getest hoe snel mensen kunnen reageren op de vraag om de kleur te selecteren die buiten de set viel. Mensen die geen apart woord voor groen en blauw kennen waren beduidend langzamer, dan mensen die groen en blauw wel als een apart begrip kennen. Het aantal woorden wat mensen kennen/begrijpen heeft dus letterlijk een uitwerking op wat ze zien!

zondag 14 maart 2010

linguistic relativity

The linguistic relativity principle (also known as the Sapir-Whorf Hypothesis) is the idea that the varying cultural concepts and categories inherent in different languages affect the cognitive classification of the experienced world in such a way that speakers of different languages think and behave differently because of it.

Whorf hypothesis: http://en.wikipedia.org/wiki/Linguistic_relativity

donderdag 11 maart 2010

Onderzoeksvragen:

Zien wij de wereld (letterlijk 'zien') anders dan anderen, als wij bepaalde woorden niet kennen?

Is onze (fysieke) wereld anders dan anderen als wij bepaalde woorden of omschrijvingen voor voorwerpen en/of handelingen niet kennen/begrijpen?

Zijn je gedachten gelimiteerd aan je vocabulaire? En dit met betrekking op kleur, vormen, geluid etc.?

Neem je bepaalde zaken anders waar, wanneer je bepaalde woorden, en/of concepten niet kent?

Veranderd je waarneming door het aantal woorden dat je kent/bevat?

Is onze waarneming van de wereld om ons heen gekoppeld aan het aantal woorden dat we kennen en kunnen bevatten?

woensdag 10 maart 2010

Japanese Adress System: A Whole Different World!



Hoe je vanuit 2 culturen TOTAAL verschillend tegen een algemeen onderwerp aan kunt kijken. Doordat je begrip over een bepaald gemeengoed is geformeerd door je cultuur/opvoeding, zie je deze totaal anders. Hierdoor is het vanzelf 'raar', wat andere culturen met ditzelfde concept doen.

maandag 8 maart 2010

Wat is begrip?

Er zijn verschillende dimensies in een betoog. Zo kan men er minstens twee onderscheiden: het begrijpen en het verstaan. Het begrijpen van een betoog verwijst naar het qua redelijke begrippen inzien van de boodschap van een verhaal: wat wordt er in feite gezegd, wat wordt er eigenlijk bedoeld, wat is uiteindelijk de mening van de spreker? Daartegenover staat het verstaan van een betoog. Daarbij draait het niet om het redelijk inzien van begrippen, maar om het verstaan in technisch-formele zin, een vermogen dat men soms verwoordt in termen van de zogenaamde well formed formulas.

Misschien kan men dit onderscheid nog het beste begrijpen door middel van een woordassociatie: ‘verstaan’ kan geassocieerd worden met ‘staan’. Zo kan men iemand niet verstaan die enkele kilometers verder staat. Neen, er is een zekere spatiotemporele voorwaarde verbonden aan het verstaan van een betoog (een voorwaarde die natuurlijk met de ontwikkeling van talloze communicatiemedia complex is gedifferentieerd). Om iemand te verstaan zijn er spatiotemporele voorwaarden die het überhaupt mogelijk maken dat er sprake is van communicatie. Communicatie die dan weer begrepen kan worden of niet. Zo kan men thans het onderscheid tussen begrijpen en verstaan duiden.

Dit brengt ons bij een verdere verfijning. Wat zijn namelijk de tegenhangers van deze twee dimensies? Wat dienen we te begrijpen onder het niet-begrijpen van een betoog en het niet-verstaan van een betoog? In de lijn van het vorige zou het niet-begrijpen van een betoog verwijzen naar het niet redelijk vatten van de boodschap van het verhaal, van wat er gezegd wordt, in de zin van: ‘ik begrijp het niet, het is veel te moeilijk’. Het niet-verstaan van een betoog verwijst dan naar het niet voldoen aan de spatiotemporele voorwaarden van het medium waarin het betoog gevoerd wordt. Wanneer men iemand niet verstaat, dan staat men bijvoorbeeld te ver om te horen wat er gezegd wordt.

Interessant nu aan deze onderscheidingen is de gemoedstoestand die deze dimensies van het betoog opwekken. Hoe voelt het om een betoog (niet) te verstaan en/of te begrijpen? Iedereen heeft wel eens van een goede leerkracht een heldere les onthouden en met plezier herinnerd op het examen. En iedereen weet ook wat het is om dankzij een microfoon verstaanbaar te zijn voor een zaal genodigden. Evenzo heeft iedereen wel al eens de ervaring gehad iets niet te begrijpen van wat een ander zegt, ondanks dat men hem of haar goed verstaat. Men hoort de woorden wel, maar men vindt geen betekenis. En iedereen heeft wel eens geïrriteerd een te luidruchtig café uitgevlucht op zoek naar rustiger oorden om te spreken. Kortom, we weten allemaal min of meer hoe het voelt om iets te begrijpen, te verstaan en om iets niet te begrijpen, niet te verstaan. In die zin zijn de twee onderscheiden dimensies van een betoog qua gevoeligheid niemand vreemd.

Minder evident is echter een gevoeligheid ten aanzien van een wijziging van deze functionaliteitsrelatie tussen de genoemde dimensies van het betoog. Meestal hebben het (niet-)verstaan en het (niet-)begrijpen een functie die in relatie staat tot het begrijpen. Men is immers vooral bezig met het begrijpen van anderen. Alle andere vermogens (verstaan, niet-verstaan en niet-begrijpen) zijn gericht op het begrijpen. Dat men iemand verstaat, daar letten we nauwelijks op. We merken het pas op na een verstoring van het verstaan (na een niet-verstaan) dat we iemand opnieuw verstaan. Kortom, de gehele communicatie lijkt meestal gericht op het begrijpen, want het niet-begrijpen kan misschien in het begin nog een uitdagend gesprek beloven, maar uiteindelijk zorgt een doorgedreven onbegrijpelijkheid ervoor dat de communicatie doodbloedt. Dus is het begrijpen meestal het laatste doel en dienen alle andere dimensies als hulpmiddelen tot dat ultieme doel. We verstaan elkaar om tot begrip te komen en als we elkaar niet begrijpen, dan is het misschien omdat we elkaar niet goed verstaan of omdat het wat meer uitleg nodig heeft om tot begrip te komen. Als we elkaar maar begrijpen.

De vraag is nu of we die andere dimensies kunnen begrijpen, zonder al te nadrukkelijk gericht te zijn op het telos van de communicatie, met name, het begrijpen. Kunnen de dimensies van het verstaan en het niet verstaan, en het niet-begrijpen, ook een andere functie hebben dan die met als doel het begrijpen? Kunnen we bijvoorbeeld louter de aandacht er op vestigen dat we elkaar verstaan? Dat we woorden horen en geen lawaai? Dat we letters zien en geen krabbels? Dat we een tekst zien en geen inkt? Dat er iets verstaanbaar verschijnt? Dat er iets is veeleer dan niets? Dit leidt echter al snel tot een nogal poetisch taalgebruik, in de zin van een taal die naar zichzelf verwijst.

En wat met het niet begrijpen? Heeft het veel zin als ik spreek over WirkungsGeschichte en Transcendentaler Idealismus of de manque-a-etre of het ego cogito dat zich bedient van een methodische twijfel om zo de mathesis op te werken tot novum metafysica? In zekere zin is er immers een grens aan het verstaan in de eigen taal en die grens wordt overschreden door een overdosis aan terminologie die de woordenschat in de schaduw plaatst. Zo leeft er in elke taal, waarin men zich thuisvoelt, iets radicaal onbegrijpelijk, met name, een overterminologisch gebruik dat maakt dat men zich ongemakkelijk voelt net zoals men zich tegenover een onbekende taal bevindt. Door met andere woorden een taalonwaardige taal te spreken, een taal die niet meer klinkt als de normale moedertaal, een lelijke taal, dan kan men meten hoe men staat tegenover andere talen. Het niet-begrijpen biedt immers een maatstaf van openheid voor andere talen en daarmee voor andere culturen.

En tenslotte, wat is er met het niet-verstaan? Hier rijst de belangrijke vraag hoe andere talen zich verhouden ten opzichte van de dimensies van het betoog. Is het in contact komen met een andere taal, bijvoorbeeld het Swahili, een kwestie van niet-verstaan of niet-begrijpen? Verstaan of begrijpen doen we prima facie niet. Indien het dan een kwestie is van niet-verstaan, dan rekent men het Swahili echter tot de orde van de ruis, het lawaai en de klanken. Het betreft geen taal. Een taal is immers wat verstaanbaar is, dat wil zeggen iets dat het klankenspectrum indeelt zoals wij. Indien het een kwestie is van niet-begrijpen, dan verstaan we elkaar wel - beide zijn talen als indeling van klank -, alleen zien we niet de redelijke begrippen in als boodschap van het verhaal van de ander. Om echter zulk een instelling te hebben tegenover andere talen, lijkt men wat extra te moeten hebben. Het is namelijk waarschijnlijk dat per natura een andere taal als een kwestie van niet-verstaan wordt begrepen. Om het als een kwestie van niet-begrijpen te begrijpen heeft men nood aan vorming. Vorming die ondermeer mogelijk is door het geconfronteerd worden met een onmenselijke taal, waarin de termen hoogtij vieren zodat er binnenin de moedertaal besef komt van de taligheid van die taal, voor de buitenkant van die taal als taal, een buitenkant die ook andere talen kenmerkt, zonder dat we er binnenin kunnen kijken.

zondag 7 maart 2010

Kleurenquiz



Aangepaste afbeelding uit een kleurenquiz voor kinderen.

zaterdag 6 maart 2010

Learn the colors:






Zonder begrip 'kleur' de kleuren aanleren.

woensdag 3 maart 2010

Vlekken



Wanneer mensen een begrip kennen zoals 'hond', of nog beter: 'dalmatiër', is het opeens vrij duidelijk wat er op deze afbeelding te zien is. Mensen die deze begrippen niet hebben, of zelfs de overtreffende trap 'dier' niet kennen zullen hier niets anders dan vlekken in zien.